Zes dansers vinden elkaar in rituele patronen die hun individuele karakters lijken te beperken.
De dansers ogen breekbaar, maar zijn tegelijkertijd aards en ijzersterk. Zij putten kracht uit een onderhuids verzet tegen hun getemde vrijheid. Een enkeling weet zich te ontworstelen aan het dwingende collectief. Vlijmscherp en soms ingehouden laten de dansers zich verleiden door elkaars energie. En door de muziek, die een ruimte vervult die verlaten lijkt.